doofpot

Hugo Borst en Carin Gaemers: “Pak door in zorg voor ouderen, en stop nare politieke spelletjes”

Manifest een jaar later Hugo Borst en Carin Gaemers deden veel stof opwaaien met hun zorgmanifest. Tevreden constateren ze dat staatssecretaris Martin van Rijn miljarden heeft geregeld. Maar ze zijn zeer ontstemd over het politieke gekrakeel dat dit nu oplevert. Beiden hebben tips hoe de 2,1 miljard euro het beste kan worden besteed.

Een jaar geleden lanceerden wij het Manifest Scherp op Ouderenzorg. We wilden kabinet, Tweede Kamer en zorgwereld ervan doordringen dat de problemen waarvan kwetsbare ouderen de dupe waren, niet langer konden worden geaccepteerd. In een vloek en een zucht hadden we meer dan 100.000 ondertekenaars.

Dankzij die gemotiveerde medestanders zijn we – bent u – gehoord. Ook in Den Haag was iedereen het erover eens dat verbeteringen noodzakelijk en urgent waren. Het Manifest werd in een motie vervat en kamerbreed omarmd: VVD, PvdA, CDA, D66, GL, SP, PVV, PvdD, CU, SGP, 50Plus, ze wilden allemaal hetzelfde.

 

De lange termijn is belangrijk, maar de korte termijn is cruciaal. Want kwetsbare ouderen hebben geen tijd

Er komt 2,1 miljard euro aan. Aan de slag zou je denken. Maar er zijn politici in de Tweede Kamer en onderhandelaars aan de formatietafel die vinden dat ze buitenspel zijn gezet door staatssecretaris Martin van Rijn. Begrijpen we nou goed dat iedereen in Den Haag dit probleem in verkiezingstijd wilde oplossen, maar dat het niet de bedoeling was dat er ook serieus geld op de begroting voor werd vrijgemaakt?

Tijdens onze missie in Den Haag hebben we vertrouwen gekregen in Kamerleden met zorg in hun portefeuille en hun politieke partijen. Ook zij willen fatsoenlijke verpleeghuiszorg voor iedereen. Daarom verbaast het ons dat deze week weer een verachtelijk politiek spel losbarstte. We vinden dat beschamend en hypocriet.

Hugo Borst en Carin Gaemers, de initiatiefnemers van het manifest.

Hugo Borst en Carin Gaemers, de initiatiefnemers van het manifest. © ANP

In plaats van azijn te pissen zou je ook een stuk taart met elkaar kunnen eten om de nakende veranderingen te vieren. Vindt ‘Den Haag’ het goed als wij het politieke gekrakeel laten voor wat het is en doorpakken? Haast is geboden. We weten hoe en waaraan die beschikbare en niet-terugvorderbare 2,1 miljard besteed moet worden.

Even het geheugen opfrissen. In het Manifest stelden wij al dat de grondrechten van kwetsbare ouderen worden geschonden. Het zal je vader, moeder of partner maar zijn. We zijn in een jaar nog niet zo gek veel opgeschoten. Door dagelijkse onderbezetting kan in tal van verpleeghuizen de veiligheid en de zorg van kwetsbare, afhankelijke ouderen nog steeds niet worden gewaarborgd. Hun kwaliteit van leven is zodoende ver onder de maat.

 

In enkele commentaren op het gisteren geopenbaarde onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau klinkt door dat het allemaal wel mee zou vallen. Die opiniemakers hebben selectief gelezen. Het onderzoek liep van april 2015 tot april 2016, toen de afbouw van verzorgingshuizen nog maar net van start was gegaan. Tevens wordt in het onderzoek geen onderscheid gemaakt tussen verpleeghuis en verzorgingshuis.

Mensen die vanwege hun dementie niet konden worden ondervraagd, zijn niet in het onderzoek meegenomen. Wie de uitkomsten goed bestudeert, ziet dat de mensen die wel bevraagd zijn vinden dat de zorg juist tekortschiet op die punten waar wij in het Manifest op hameren: aandacht, aansluiten bij de wens en behoefte van de oudere en het verlichten van eenzaamheid.

 

De eerder ontslagen helpenden in de ouderenzorg moeten weer in dienst worden genomen

In ons Manifest legden wij de nadruk op de verpleeghuiszorg, omdat wij als mantelzorgers van moeders in een verpleeghuis – en leken in de zorg – alleen daar kijk op hadden. Inmiddels zijn wij halve deskundigen geworden. Wat geldt voor de verpleeghuiszorg, speelt ook in de thuiszorg. Doordat er te weinig zorgmedewerkers zijn, missen kwetsbare ouderen in het verpleeghuis én thuis de structuur om de dag door te komen en lijden zij onder een gebrek aan liefdevolle aandacht. Met onrust, onzekerheid en angst tot gevolg. En regelmatig leidt dat tot agressie tegen medebewoners of zorgmedewerkers. Dat heet een noodtoestand. Dat hoort niet.

Zulke kwellingen en escalaties zijn des te schrijnender, omdat het veel zorgorganisaties wél lukt om volwaardige zorg te leveren. Dat het niet overal gebeurt, komt doordat in de zorgsector het paard achter de wagen is gespannen. Vanuit de beste bedoelingen is een kafkaëske bureaucratie gegroeid die de kwaliteit van zorg lelijk in de weg staat. Wij constateerden dat er een enorme kloof is ontstaan tussen aan de ene kant beleid (bestuur) en aan de andere kant de dagelijkse praktijk (waar zorgmedewerkers, ouderen en hun familie/ mantelzorgers mee te maken hebben).

Hugo Borst en Carin Gaemers in gesprek met Staatssecretaris Martin van Rijn.

Hugo Borst en Carin Gaemers in gesprek met Staatssecretaris Martin van Rijn. © anp

 

Gelukkig hebben veel beleidsmakers en bestuurders dit probleem door en is voorzichtigjes een cultuuromslag in gang gezet. Jazeker, er is beweging. Gelukkig. De lange termijn is belangrijk, maar de korte termijn is cruciaal. Want kwetsbare ouderen hebben geen tijd. Voor hen is iedere dag die in onrust en angst moet worden doorgebracht er één te veel. We blijven het van de daken schreeuwen, en nog heel eventjes zonder krachttermen te gebruiken: er moet zo snel mogelijk een einde worden gemaakt aan de wijdverbreide onderbezetting. Kunnen we nu eindelijk eens een begin maken met de door de Tweede Kamer gefiatteerde noodmaatregel in het Manifest? Overal twee op acht. Overal dus.

Er zijn voorzichtige stapjes gezet. Het ministerie van VWS, zorgorganisaties, vakbonden en beroepsonderwijs hebben gezamenlijk een plan opgesteld waarmee in 2018 32.000 extra opleidingsplaatsen worden gerealiseerd. Een goede maatregel, vinden wij. Alleen duurt het zeker drie tot vier jaar voordat zij als volwaardige kracht inzetbaar zijn en is er niet de keiharde garantie dat de nieuwelingen straks specifiek voor de ouderenzorg zullen kiezen. Tot die tijd zijn zij als stagiair of leerling hoogstens aanvullend in te zetten. Onvoldoende om op korte termijn de onderbezetting ongedaan te maken. En dan laten we gemakshalve maar even buiten beschouwing dat de sector zelf heeft berekend dat op de iets langere termijn zeker 70.000 vacatures moeten worden vervuld.

 

Er zijn dringend oplossingen nodig. Hier zijn er een paar.

De eerder ontslagen helpenden (niveau 1 en 2) in de ouderenzorg moeten weer in dienst worden genomen. Dat zijn er ettelijke duizenden. Ga op zoek naar hun namen en adressen en stuur eerst een bloemetje.

Verder dringen wij al maanden-lang bij iedere bestuurder, manager, beleidsmedewerker, burgemeester en politicus aan op de inzet van zij-instromers. Wij weten dat een flink deel van de grote groep mensen die nu een uitkering heeft, bereid en in staat is om als gastvrouw (-heer) of huiskamer-assistent tijdelijk of permanent in de zorg te gaan werken.

Wij merken ook dat er genoeg mensen zijn – jong en oud – die een carrièreswitch willen maken.

Hugo Borst met het manifest 'Scherp op Ouderenzorg'

Hugo Borst met het manifest ‘Scherp op Ouderenzorg’ © Robin Utrecht

 

Bespaar ons de reflex dat die oude bekenden en de nieuwkomers onvoldoende of niet zijn opgeleid. Dat is helemaal geen bezwaar, verzekeren ervaren verpleegkundigen en verzorgenden ons. Zij zien de combinatie met ongediplomeerde gastvrouwen/zorgassistenten juist zitten. Ogen op een woongroep of afdeling zijn net zo belangrijk als handen aan het bed. Onder leiding van een gediplomeerde (meestal niveau 3 of 4) zorgmedewerker houdt de helpende, de gastvrouw of de zorgassistent toezicht op een woongroep.

Dat betekent koffie schenken, met een bewoner meelopen, koken, helpen bij het eten, een praatje maken, geruststellen, sfeer maken, aandacht geven en afleiding bieden; mantelzorgers en vrijwilligers doen dit al jaren naar tevredenheid. Alleen zijn zij met veel te weinig om zorgmedewerkers continu te ondersteunen. Gemotiveerde zij-instromers en carrièreswitchers met de juiste houding bieden hier uitkomst. Wij kennen ze. Ze zijn goed.

 

Deskundigen hebben ons verzekerd dat een training van slechts twee weken voldoende is om onder toezicht van een gediplomeerde zorgmedewerker aan de slag te kunnen. Een contract als zorg-assistent biedt een hoger inkomen dan een uitkering en betekent een zinvolle dagbesteding. Zorginstellingen hebben dankzij een contract een waarborg op inzetbaarheid die mantelzorgers en vrijwilligers nooit kunnen bieden. Wat telt is de houding van deze nieuwelingen. Zij moeten een zorghart hebben, weten wat gastvrijheid inhoudt, en snappen dat zorgen voor ouderen betekent dat je steeds uitgaat van wat zij nodig hebben. Iedere moeder kan het, en veel vaders ook, tenzij ze alleen op zondag het vlees snijden natuurlijk.

Als de politiek en/of de zorgwereld het inzetten van helpenden en zorg-assistenten een noodoplossing willen noemen, prima. Wij claimen deze simpele oplossing trouwens niet. Een handvol zorgorganisaties heeft al op eigen initiatief helpenden teruggehaald en zij-instromers ingezet. Met succes. Toch krijgen deze goede voorbeelden nog nauwelijks navolging. Daarom roepen wij het ministerie van VWS, brancheorganisaties en beroepsverenigingen op hier snel serieus werk van te maken. Met een doelgerichte aanpak. Met praktische, werkbare oplossingen wanneer wetten en regels een belemmering vormen. Zodat de bureaucratie niet weer de overhand krijgt.

 

Dit is ook een oproep aan de politiek. De bittere ernst van de onderbezetting in verpleeghuizen overstijgt de gebruikelijke politieke gang van zaken. Handel daar alsjeblieft naar. Pak door. Probeer niet allemaal het buskruit uit te vinden. Wees eensgezind. Wij kunnen er met onze pet niet bij dat een noodzakelijke maatregel van het Zorginstituut die gevolg geeft aan een kamerbreed gesteunde opdracht en leunt op een groot maatschappelijk draagvlak tot politieke verontwaardiging leidt. Wij hebben sterk het idee dat het er vooral om gaat wie met de eer gaat strijken.

Hugo Borst en Carin Gaemers trekken zogeheten Alzheimer Socks aan. De winst van dit sokkenproject is bestemd voor onderzoek.

Hugo Borst en Carin Gaemers trekken zogeheten Alzheimer Socks aan. De winst van dit sokkenproject is bestemd voor onderzoek. © Pim Ras