Enorme bias in publicatie KPMG over privacy met betrekking tot sleepwet
Bron: Zorg ICT Zorgen door W.J. Jongejan
De consultancy-organisatie KPMG publiceerde op 10 februari 2018 de resultaten van een opinieonderzoek dat zij liet doen onder 1000 Nederlanders door het onderzoeksbureau Motivaction, met als titel “Op weg naar 25 mei 2018”. Het stuk is opgehangen aan het ingaan van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) op die datum. Door deze AVG– op basis van de General Data Protection Regulation (GDPR) – die 25 mei 2018 in de Europese Unie van kracht wordt, krijgen burgers onder meer het recht om al hun persoonlijke gegevens in te zien, te verwijderen en om onjuiste persoonlijke gegevens te corrigeren. Naar aanleiding van dit onderzoek concludeert KPMG dat in het licht van het komende referendum over de vernieuwde Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten op 21 maart 2018 het opvallend is dat bijna de helft van de Nederlanders(52 procent) bereid is privacy in te leveren voor veiligheid.
In de samenvatting van het artikel is niet vermeld wat de samenstelling was van de groep mensen die ondervraagd is. In de uitgebreide publicatie, die ik hier niet zelf kan publiceren, maar die op te vragen is via de website van Consumertalk blijkt dat er een zeer forse ondervertegenwoordiging is van de mensen met een laag opleidingsniveau en een forse oververtegenwoordiging van hen met een hogere opleiding. Het onderzoek is daardoor in de verste verte niet te beschouwen als representatief voor de Nederlandse bevolking.
De getrokken conclusie over het opgeven van privacy voor veiligheid is daardoor niet correct onderbouwd, dus betekenisloos.
Subtiel
De voor de regering en diensten gunstig voorgestelde opinie van de bevolking over privacy is subtiel verpakt in zaken die te maken hebben over de invoering van de AVG. Het onderzoek zou erop wijzen dat als de burger gewezen wordt op de nieuwe rechten bij ingang van de AVG 80 procent van hen in actie zou komen om van deze rechten gebruik te maken. In het onderzoek wordt ook nog een uitstapje gemaakt naar de zorg door mensen vragen te stellen over hun vertrouwen in het opslaan en omgaan met medische gegevens om even verder uit te komen op vragen over het opgeven van privacy voor veiligheid als het gaat om terrorisme en bij criminaliteitsbestrijding.
Opleidingsniveau
Bij een onderzoek als wat KPMG deed is het van eminent belang dat men zich afvraagt aan wie men de vragen stelt. De onderzoeksgroep moet een juiste afspiegeling van de Nederlandse bevolking zijn wil het resultaat iets zeggen.
De onderzoeksgroep had de volgende samenstelling(pagina 20 rapport):
- 25 procent hoog opgeleid zonder nadere aanduiding, maar wel hoger dan de volgende groep, de middengroep.
- 51 procent midden: afronding Propedeuse, afronding Hoger Beroeps Onderwijs(HBO), afronding Wetenschappelijk Onderwijs(WO).
- 23 procent: afronding HAVO, afronding VWO, MBO 2, afronding MBO 3, afronding MBO 4, afronding MBO 1, afronding VMBO, afronding basisschool
Nederlandse bevolking
Volgens de tot en met 2016 geactualiseerde opgave van het onderwijsniveau van onze medelanders, afkomstig van het ministerie van OCW, is er een heel andere verdeling van het opleidingsniveau:
- 10,7 procent HBO, WO master, doctor
- 18,5 procent HBO, WO bachelor
- 39,7 procent HAVO, VWO, MBO 2-4
- 20,1 procent VMBO, HAVO-, VWO-onderbouw en MBO1
- 9,5 procent uitsluitend basisonderwijs
- 1,4% onbekend
Wat in het onderzoek als laag opgeleid op 23 procent uitkomt, is in de normale bevolking 39,7+20,1+9,5= 69,3 procent. Het moge duidelijk zijn dat dat een totaal andere verdeling is dan die in de onderzoeksgroep met een ondervertegenwoordiging van de lagere opleidingsniveaus en een forse oververtegenwoordiging van de hogere opleidingsniveaus.
Beïnvloeding
Met dit onderzoek van KPMG is er sprake van een onterechte beïnvloeding van de meningsvorming over de sleepwet. De positie van KPMG moet men daarbij ook in ogenschouw nemen. Door KPMG werd en wordt veel advieswerk door consultants verricht voor veel ministeries. De banden met de overheid zijn dan ook hecht te noemen. Het was daarom ook te verwachten dat de het consultancybedrijf met iets naar buiten zou komen wat in lijn zou zijn met datgene wat het kabinet met de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten wil.
Door de genoemde verkeerde samenstelling van de onderzoeksgroep is er een enorme onderzoeksbias geïntroduceerd die leidt tot een onterechte beïnvloeding van de meningsvorming over de sleepwet.
W.J. Jongejan
Lees meer artikelen van W.J. Jongejan op ZorgICTZorgen